HSSN-Sluizenprijs 2017

Tijdens de op 26 oktober bij de Volkeraksluizen bij Willemstad gehouden Nationale Sluizendag is de jaarlijkse HSSN-prijs voor de beste restauratie weer uitgereikt. De Vereniging Natuurmonumenten ontving de eerste prijs voor de restauratie van de zogenoemde Romijnstuw in het Waterloopbos bij Marknesse. De tweede prijs ging naar Staatsbosbeheer voor de restauratie van de schutsluis op landgoed Elswout te Overveen. Het Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier ontving de derde prijs voor de restauratie van de duikersluis te Schagen. Hieronder volgt het juryrapport.

Juryrapport HSSN-prijs 2017

Ook in 2017 heeft de stichting Historische Sluizen en Stuwen Nederland weer een prijs uitgereikt voor de beste sluizenrestauratie. De jury is samengesteld uit de heren drs. Peter Nijhof (deskundige industrieel erfgoed) die als voorzitter fungeerde, ir. Jan Arends (TU Delft, deskundige historische sluizen en stuwen) secretaris, Piet Drop, (projectmanager restauratie civiele werken), Frank Druijff (TAUW, erfgoedadviseur), BartJan Luteijn (bouwkundige, restauratiedeskundige), Ing. Gerard Troost (RCE, specialist historische waterbouwkundige werken) en Rutger Polderman (Monumenten- en Restauratieadvies).

Op de uitnodiging om gerestaureerde sluizen en stuwen voor de HSSN-prijs 2017 voor te dragen, zijn zes aanmeldingen binnengekomen. In willekeurige volgorde zijn voorgedragen:

Alle objecten zijn door de jurybezocht. Dit jaar zijn het totaal verschillende typen. Uitgesplitst naar type zijn er drie schutsluizen (a, d en f) waarvan één de restauratie van de kademuur bij de sluis betrof (d) en één tevens als stuw kon worden ingericht (f), een stuw (b), een keersluis (c), en een uitwateringssluis (e). De beoordeling is grotendeels gebaseerd op de informatie in de toegezonden stukken en de bezichtiging van de sluizen/stuwen.
Bij de meeste objecten was de technische kwaliteit van de restauratie dit jaar zeer hoog. Ook lag bij de meeste sluizen een grondig historisch onderzoek ten grondslag aan de restauraties. Er is daarom grote waardering bij de jury voor de restauraties van deze objecten. De ruimtelijke kwaliteit van de omgeving van de sluizen is vrijwel overal verbeterd. Wel miste de jury bij de helft van de objecten publieke informatievoorziening over de historie van het object en zijn omgeving en een toelichting op de functie.

Zes criteria zijn beoordeeld, waarvan de eerste twee zwaarder werden gewaardeerd:

De jury heeft uitsluitend de kwaliteit van de restauratie in al haar (water-)bouwkundige, cultuurhistorische, ruimtelijke en landschappelijke aspecten beoordeeld en niet de (cultuur)historische waarde van de sluizen op zich. Of een aangemeld object groot of klein is, eeuwenoud of twintigste-eeuws, simpel of spectaculair, heeft bij de beoordeling geen rol gespeeld. Dit om te voorkomen dat groot of bijzonder op voorhand een voorsprong zou hebben op klein of eenvoudig.

De Peulensluis in de Buiten-Giessen te Hardinxveld-Giessendam (1937).

Eigenaar/beheerder: Waterschap Rivierenland.

Deze schutsluis verbindt de Buiten-Giessen met de Beneden-Merwede. Het is de enige scheepvaartverbinding naar de Alblasserwaard. De sluis is in 1937 gebouwd in gewapend beton met houten puntdeuren als afsluitmiddel. Zowel in het binnen als in het buitenhoofd bevinden zich een stel vloed- en een stel ebdeuren. De schutsluis ligt onder de A15 zodat er een hoogtebeperking is van 5 meter boven kanaalpeil.

Restauratie (2017): De sluis was sterk verouderd, voldeed niet meer aan de huidige eisen van veiligheid, en bedrijfszekerheid en was toe aan een grote opknapbeurt en modernisering. Bij de renovatie zijn drie stel houten deuren geheel vernieuwd. Ook het hekwerk is geheel vernieuwd en zodanig uitgevoerd dat het aan de huidige veiligheidseisen voldoet. Schade aan het beton is hersteld en in de kolkwand zijn extra haalkommen aangebracht. De handbediening van de deuren en de nivelleerschuiven is vervangen door een elektro-hydraulisch aangedreven bewegingswerk. Langs het rijwielpad, dat de sluis aan de rivierzijde kruist, is een zitje met een informatiebord geplaatst.
Architect/adviesbureau: Iv-Infra, Sliedrecht.
Aannemer: Aannemingsbedrijf De Vries Werkendam BV, Werkendam.

Oordeel jury
De jury waardeert het dat de sluis ondanks de modernisering nog duidelijk herkenbaar is als een betonnen sluis uit de eerste helft van de 20ste eeuw. Positief is ook het plaatsen van extra haalkommen in een moderne stijl, zodat deze als nieuwe toevoeging herkenbaar zijn. Waardering is er bovendien voor het toegankelijk blijven voor voetgangers als passage naar de rivierzijde en voor het zitje met het informatiepaneel langs het fietspad.
Een minpunt is volgens de jury het nieuwe hekwerk dat te dominant aanwezig is en vooral ook de wijze waarop het hekwerk langs de trappen is bevestigd. De jury is van mening dat herstel van het beton niet fraai is uitgevoerd en het boren van gaten voor het aanbrengen van nieuwe objecten door uitvloeiing van boorwater onnodige sporen heeft nagelaten.

De Romijnstuw in het Waterloopbos bij Marknesse (1954?)

Eigenaar/beheerder: Vereniging Natuurmonumenten.

Het Waterloopbos werd rond 1950 ingericht als waterloopkundig buitenlaboratorium van de toenmalige afdeling Weg- en Waterbouwkunde van de Technische Hogeschool in Delft. In het bos werden modellen van waterbouwkundige kunstwerken gebouwd ten behoeve van onderzoek. Thans vindt dit onderzoek plaats met behulp van computermodellen, waardoor het buitenlaboratorium zijn functie verloor en werd overgedragen aan Natuurmonumenten.
Onlangs is het Waterloopbos aangewezen als rijksmonument uit de periode van de Wederopbouw (1940-1965).
Een van de objecten in het Waterloopbos is de Romijnstuw aan de rand van het Waterloopbos. Deze werd als meet- en regelstuw gebruikt. De stuw bestaat uit een ‘bovenhoofd’ met twee instroomopeningen voorzien van een zogeheten Romijnschuif. De ‘kolk’ benedenstrooms van de instroomopeningen is door een gemetselde wand zodanig gescheiden dat het water van de ene instroomopening naar een dubbele uitstroomopening gaat en die van de andere instroomopening naar een enkele uitroomopening. In de tussenwand is een afsluitbare opening uitgespaard waardoor het water in de beide delen weer met elkaar kan worden verbonden.
In de beide instroomopeningen is een hefschuif geplaatst volgens een principe dat door ir. Romijn voor de Tweede Wereldoorlog is beschreven. De schuif is aan de bovenzijde voorzien van een min of meer horizontale plaat waardoor de hoeveelheid water dat door de stuw stroomt nauwkeurig kan worden gemeten. Het werd destijds veel toegepast in het toenmalige Nederlands Oost-Indië in verdeelwerken voor de irrigatie. De uitstroomopeningen zijn uitgevoerd met een klepstuw. De stuwen werden met handkracht bediend.
Vanwege de aard van zijn functie is de stuw zo eenvoudig mogelijk uitgevoerd. Het metselwerk lijkt zo goedkoop mogelijk te zijn opgetrokken. Aan de waterzijde is het voorzien van een pleisterlaag van cementmortel maar aan de buitenzijde ontbreekt zelfs het voegwerk.

Restauratie (2016): De meetstuw verkeerde in een slechte staat, was in feite overgegeven aan de natuur. Voor de constructie is dit funest. De Vereniging Natuurmonumenten besloot dit kenmerkende object te restaureren om verder verval tegen te gaan en tevens de waterstand te kunnen blijven reguleren. De gerestaureerde stuw mocht er daarbij niet mooier uit komen te zien dan de oorspronkelijke. Het metsel- en pleisterwerk is daarom zo veel mogelijk gerestaureerd naar de oorspronkelijke situatie. De stuwschuiven en -kleppen en hun bewegingswerken zijn gerestaureerd en van een nieuwe conservering voorzien. Verdwenen onderdelen zijn nagemaakt volgens de oorspronkelijke constructie.
Architect/adviesbureau: Nebest B.V., Vianen.
Aannemer: V.O.F. Bouwbedrijf Poel, Den Ham.

Oordeel jury
De jury heeft grote waardering voor de wijze waarop dit unieke object in oude glorie is hersteld. Dat geldt in cultuurhistorisch opzicht maar ook voor de technische kwaliteit van de restauratie. Het oorspronkelijke concept als eenvoudig opgebouwde stuw als waterbouwkundig meet- en regelwerk komt hiermee volledig tot zijn recht. De direct bij de entree gelegen, voor publiek zichtbare, terughoudend gerestaureerde stuw verhoogt bovendien de belevingswaarde van het Waterloopbos.

Keersluis de Sas in de haven van Genemuiden (1866)

Eigenaar/beheerder: Gemeente Zwartewaterland.

De keersluis werd na enkele stormvloeden in 1866 gebouwd ter bescherming van het achterland, de Polder Mastenbroek. Het Zwarte Water stond toen in open verbinding met de voormalige Zuiderzee. De sluis is voorzien van een stel houten puntdeuren uitgevoerd als vloeddeuren. Ze kunnen bewegen met behulp van een handbediende ijzeren kaapstander met duwpers en kettingen. Over de sluis is een rolbrug aangebracht zodat voetgangers de sluis zouden kunnen passeren.

Restauratie (2015): De keersluis was toe aan een grondige restauratie. Het metselwerk was op enkele plaatsen gescheurd, voegwerk verkeerde plaatselijk in slechte staat en vooral onder de dekzerken lagen veel stenen los. Een aantal hardstenen dekzerken was ernstig beschadigd door zonnebrand en steken. Ook waren in het verleden afgebroken delen hersteld met beton.
Uitgangspunt bij de restauratie was zoveel mogelijk oorspronkelijk materiaal te sparen. Ernstig beschadigde plekken van het hardsteen werden afgezaagd waarna nieuwe stukken hardsteen zijn ingepast. Scheuren werden gefixeerd met kruiselings aangebrachte staven. Waar herstel niet meer mogelijk was, zijn nieuwe hardsteen dekzerken aangebracht. De bewegingswerken zijn gerestaureerd, waarbij ontbrekende delen door identieke nieuwe delen zijn vervangen. Dat geldt eveneens voor het hekwerk. Al het ijzer- en staalwerk is ontroest en opnieuw geconserveerd.
Architect/adviesbureau: Delfgou architectuur en monumenten, Scherpenzeel.
Aannemer: Aannemersbedrijf Gebr. Van Werven B.V., Kampen.

Oordeel jury
De jury heeft grote waardering voor de wijze waarop de restauratie vooral in cultuurhistorisch opzicht is gerealiseerd. Met uitzondering van het natuursteen is de restauratie ook in technisch opzicht goed uitgevoerd. Bij het natuursteen ontdekte de jury helaas enkele onvolkomenheden in de maatvoering en de afwerking van het natuursteen en het voegwerk. De jury miste een informatievoorziening nabij de sluis.

Kademuur langs het Kielsterdiep bij het Kielsterverlaat te Kiel-Windeweer (1907)

Eigenaar/beheerder: Waterschap Hunze en Aa’s.

De kademuur maakt deel uit van het ensemble van de sluis, draaibrug en de geprivatiseerde sluiswachterswoning. Het is opgebouwd als verticale troggewelfjes tussen ijzeren kubbe­stijlen. In de kademuur is ongeveer in het midden een gemetselde trap uitgespaard.

Restauratie (2016): De kademuur verkeerde in een zeer slechte staat en was deels ingestort. De trap was vrijwel geheel verdwenen. De kubbestijlen en de dekzerklijst zijn hersteld en de troggewelfjes opnieuw opgetrokken. Mede aan de hand van oude foto’s is de stenen trap gereconstrueerd.
Architect/adviesbureau: PTR project engineering, Assen.
Aannemer: Harm Bonsink Duik- en Reparatiebedrijf, Zwartsluis.

Oordeel jury
De jury is onder de indruk van de zorgvuldige wijze waarop de restauratie zowel in historisch perspectief als in technische zin is uitgevoerd. Helaas vormt de kademuur wel een groot contrast met de aansluitende schutsluis die duidelijk in verval verkeert. De jury spreekt de wens uit dat op korte termijn ook de schutsluis met dezelfde kwalitatief hoogstaande zorgvuldigheid kan worden gerestaureerd.

Duikersluis van de Burghorn in de Oudedijk te Schagen (1739)

Eigenaar/beheerder: Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier.

De duikersluis is uitgevoerd als een uitwateringssluisje in combinatie met een in baksteen gemetselde gewelfbrug: De keermuur is gebouwd tegen de westzijde van de brug en is deels uitgevoerd als betonconstructie. Hierin bevindt zich een opening met een hefdeurtje of hefschuif als afsluitmiddel met daarboven een bewegingswerk met tandheugel. De brug bezat houten leuningen.

Restauratie (2015): De bakstenen duikersluis verkeerde al enkele jaren in een zeer slechte staat. Grote delen van het metselwerk waren gescheurd door onder meer wortelgroei. Op enkele plaatsen ontbrak zelfs het metselwerk. Het houten leuningen waren deels rot.
Bij de restauratie gold de bestaande configuratie als uitgangspunt. De in te boeten nieuwe bakstenen zijn uiterlijk gelijk aan de omringende stenen. Tijdens de restauratie werd de sluitsteen van de westelijke toog teruggevonden. Deze nog zeer gave steen droeg het jaartal 1739. Aan weerszijden van de brug is nu een leuning geplaatst met gietijzeren balusters.
Architect/adviesbureau: Adviesbureau voor Bouwconstructies Wagemaker B.V., Rosmalen.
Aannemer: K. Dekker bouw & infra B.V., Warmenhuizen en Pronk Bouw, Warmenhuizen.

Oordeel jury
De jury heeft grote waardering voor de wijze waarop de sluis is gerestaureerd. De omgeving is duidelijk aantrekkelijker geworden. Een pluspunt is het informatiepaneel bij de sluis. Een minpunt is de toepassing van gezaagde stenen in het vlechtwerk. De restauratie met rode strengpersstenen doen nu nog enige afbreuk aan het geheel maar zullen hun hardheid langzamerhand wel kwijtraken. De jury oordeelt dat de vervanging van de houten leuningwerken door de overigens fraaie monumentale ijzeren hekwerken met gietijzeren balusters in historisch perspectief niet de juiste keuze is.

De schutsluis/stuw in de Marcelisvaart op het Landgoed Elswout te Overveen (ca. 1650)

Eigenaar/beheerder: Staatsbosbeheer, Amersfoort

De schutsluis in de Marcelisvaart aan de rand van het Landgoed Elswout dateert mogelijk van halverwege de 17de eeuw, toen er een vaart werd aangelegd ten behoeve van zandwinning. De schutsluis keerde het hoger gelegen water op het landgoed. Bijzonder is dat halverwege de schutkolk een sponning in hardsteen is aangebracht waarin schotbalken kunnen worden neergelaten. Het ligt voor de hand dat deze schotbalkkering werd gebruikt om buiten het vaarseizoen de waterstand op het landgoed te regelen. Tegenwoordig vindt er geen scheepvaartverkeer meer plaats, maar wordt de sluis alleen nog als stuw gebruikt.

Restauratie (2016-2017): Het metselwerk van de schutsluis verkeerde in slechte staat met scheuren en uitgevallen stenen. De deuren waren voor een belangrijk deel weg gerot. Besloten werd de sluis voor verder verval te behoeden. Het metselwerk van de sluis werd grondig gerestaureerd, waarbij de keuze van de toe te passen nieuwe stenen afhankelijk was van de plaats waar zij moesten komen. Bij een deel van het metselwerk mocht het geërodeerde voegwerk niet worden aangepakt vanwege de aanwezigheid van beschermde tongvarens.
De houten deuren werden geheel vernieuwd en de bewegingswerken van de nivelleer­schuiven in de deur hersteld. Al het ijzerwerk werd opnieuw geconserveerd. In het midden van de sluiskolk zijn weer schotbalken geplaatst waarmee de schutsluis als stuw fungeert.
Architect/adviesbureau: Delfgou architectuur en monumenten, Scherpenzeel.
Aannemer: Aannemersbedrijf B. van Hees en Zonen, Nieuwegein.

Oordeel jury
De jury heeft grote waardering voor de kwaliteit van de restauratie, al is de keuze voor verschillende typen baksteen niet overal even duidelijk. De jury constateert dat in het deel bovenstrooms van de schotbalken zo kort na de restauratie al een dikke laag slib is bezonken, waardoor de sluis niet kan worden gebruikt. Een informatie­paneel langs de wandelroute over de historie en de functie van de sluis in relatie tot het landgoed, zou naar mening van de jury zeker meerwaarde hebben en recht doen aan de hoge kwaliteit van deze restauratie.

Beoordeling
Alle objecten zijn door de zeven juryleden bezocht. Per object zijn door de juryleden voor elk criterium punten toegekend. Ieder jurylid doet dat naar eigen inzicht en expertise. Zo kan bij een voorkomende restauratie verschil worden gemaakt tussen historiserend restaureren, of juist laten zien dat iets is toegevoegd. Niet iedere beoordelaar hoeft daarover eenzelfde mening te hebben en zal dat laten uitkomen in de puntentoedeling.
De door de juryleden gegeven punten per object zijn bij elkaar op geteld, waarna het totaal is gedeeld door het aantal beoordelaars. Dit betekent dat elke sluis (of stuw) maximaal 100 punten kon krijgen. Hiermee konden uiteindelijk de drie objecten voor de prijzen worden genomineerd. In onderstaande tabel is de uiteindelijke rangorde weergegeven.

rangorde

object

1

Romijnstuw Waterloopbos bij Marknesse

2

Schutsluis Landgoed Elswout bij Overveen

3

Duikersluis van de Burghorn bij Schagen

4

De Sas te Genemuiden

5

Kademuur bij Kielsterverlaat

6

Peulensluis te Hardinxveld-Giessendam

 

De eerste prijs gaat dus naar de Vereniging Natuurmonumenten voor de restauratie van de Romijnstuw in het Waterloopbos. Staatsbosbeheer ontvangt voor de restauratie van de schutsluis op het Landgoed Elswout de tweede prijs en het Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier voor de restauratie van de duikersluis van de Burghorn de derde prijs.

Gouda, 24 oktober 2017
Namens de Jury: Ir. G. Jan Arends

Download hier de presentatie zoals die werd gehouden op de 11e Nationale Sluizendag 26 oktober 2017 bij de Volkeraksluizen, Willemstad.